Onderhandelaars in primair onderwijs willen loonsverhoging van 6 procent
AOb-bestuurder Thijs Roovers zet deze onderhandelingsronde in op een loonsverhoging van 6 procent voor alle werknemers in het primair onderwijs. “Het gaat om een verhoging die geldt voor 12 maanden: van 1 oktober 2024 tot en met 30 september 2025.”
De cao-onderhandelingen in het primair onderwijs zijn begonnen. Beeld: Typetank
Met de loonsverhoging van 6 procent willen de onderhandelaars de koopkracht van het onderwijspersoneel op peil houden. "We hebben de afgelopen akkoorden mooie stappen gezet, maar we gaan geen terugval accepteren."
Een verhoging van de salarissen is het belangrijkste punt voor de onderhandelaars tijdens deze cao-onderhandelingen. Roovers: “De huidige cao is vrij uitgebreid met veel afspraken over allerlei thema’s. Er lopen op dit moment een hoop zaken en onderzoeken die nog voortkomen uit de vorige cao-onderhandelingen.”
We hebben de afgelopen akkoorden mooie stappen gezet, maar we gaan geen terugval accepteren
Bijvoorbeeld een onderzoek onder schoolleiders naar hoe zij hun werk ervaren, goede voorbeelden van scholen met een pauze-regeling en ook de stagevergoeding voor alle onderwijsstagiairs blijft een item waar de AOb aandacht voor vraagt. Voor specifiek vso-collega’s kijken de bonden en werkgevers hoe zij het beste over kunnen gaan naar de cao voortgezet onderwijs en het beroepsbeeld is de afgelopen tijd ontwikkeld. “Voor al deze onderwerpen geldt dat we er al mee bezig zijn, maar dat we op uitslagen van onderzoeken moeten wachten óf dat het kabinet meer geld moet vrijmaken. Deze onderwerpen komen daarom niet expliciet in deze inzet.”
Onbereikbaar
Wat de bonden wél deze ronde meenemen is het recht op onbereikbaarheid. “Collega’s ervaren een druk dat het werk nooit af is. En dan krijgen ze om 22.00 uur weer een mail van ouders die vragen hebben of boos zijn over een besluit. Het recht op onbereikbaarheid maakt collega’s en ouders duidelijk wat je kan verwachten van onderwijscollega’s. Natuurlijk mag iedereen andere keuzes maken, maar met zo’n recht wordt wel duidelijk wanneer ze antwoord kunnen verwachten.”
Overladen
Ook de mr’en hebben de onderhandelaars in het vizier. Die mogen niet overladen worden met taken. “Dat gaat meer over goed werkgevers-en werknemerschap”, zegt Roovers. “Mr-leden hebben het soms moeilijk met de hoeveel tijd die ze erin kunnen steken naast de lesgevende taken die ze al hebben. We moeten daarom naast de taken die er zijn niet nog meer taken vanuit de cao-tafel op ze afschuiven. Daar gaan we opletten.” De professionele dialoog is belangrijk, volgens Roovers. “We zien ook dat dit niet op alle plekken al goed loopt, het is de taak van de bonden en de PO-raad om hiervoor aandacht te blijven vragen, denk dan aan het professioneel statuut of bonden die laat worden ingeschakeld bij een reorganisatie.”
Professionalisering oop'ers
Specifiek voor oop’ers staat er in deze inzet iets over professionalisering. “Dat moet ook binnen hun eigen functie kunnen”, zegt de AOb-bestuurder. “Nu mogen ze soms doorleren aan een pabo, maar ze hebben volgens ons ook recht op eigen professionalisering als ze hun functie als oop’er willen behouden en daarin verder willen leren. We willen dat werkgevers dat actief gaan begeleiden.”
Maand van de Vakbond
Net als op de universiteiten zetten de bonden zich in voor een ‘Maand van de Vakbond’ waarbij werknemers die lid worden in een speciale maand de helft van hun jaarcontributie terug krijgen van hun werkgever. In de cao universiteiten is zo’n regeling eerder afgesproken. De onderhandelaars hopen dat het primair onderwijs volgt.
De huidige cao primair onderwijs loopt af op 30 september 2024. Met het uitwisselen van deze inzetten zijn de onderhandelingen begonnen voordat de huidige cao is afgelopen. De bonden hopen eruit te zijn voordat de huidige cao afloopt.
Benieuwd naar de hele inzet van de bonden? Download de brief
