PO

Leesonderwijs op de schop? Soms moet je moedig zijn

Anne Steenhoff schafte het vak begrijpend lezen af en ging letterlijk met een vuilniszak langs de boekenkasten van haar Utrechtse basisschool. Ze kreeg haar leerlingen aan het lezen.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 6 Minuten om te lezen

Anne Steenhoff, docent groep 8 HappyKids.

Anne Steenhoff kreeg voor haar plan een ‘carte blanche’ van haar schoolleider: begrijpend lezen werd bijna helemaal afgeschaft, sommige boeken gingen de deur uit en voor rijke teksten werd juist meer tijd ingeruimd. Beeld: Angeliek de Jonge

Een grijze loveseat staat op zijn kant. Anne Steenhoff (28) wrikt aan het houten pootje in een ruimte vlak naast haar lokaal. Verschillende boekenkasten met daarin collecties gerangschikt per klas staan daar. “In deze kasten staat geen onzin”, zal ze later over de inhoud ervan zeggen als de leesstoel voor de leerlingen weer is gerepareerd. Nadat ze met een vuilniszak langs de boekenkasten van haar basisschool Happy Kids ging, vulde ze de kasten namelijk aan met boeken met rijkere teksten en meer woorden per bladzijde.

Boeken van Astrid Lindgren, Jacques Vriens, Thea Beckman, Tonke Dragt, Pieter Koolwijk, Paul van Loon en Astrid Sy staan nu netjes gerangschikt. Alles is door Steenhoff geselecteerd. Het zijn boeken die leerlingen uitdagen, hun woordenschat vergroten en aansluiten bij hun belevingswereld. Het gevolg? Haar meeste achtstegroepers zaten afgelopen schooljaar op het hogere 3F-leesniveau -afgesproken voor het laatste jaar havo. “Mijn aanpak is geen recept voor 3F, maar om uit leerlingen te halen wat erin zit. Je zult vooruitgang zien.”

Steenhoff, sinds zes jaar basisschooldocent, schreef het boek Een lui letterland met daarin een heldere uitleg hoe ze haar leerlingen weer aan het lezen kreeg. 

Schrok je van het leesonderwijs toen je begon?
“Wat mij vooral opviel, was hoe weinig leraren betrokken zijn bij het lezen zelf. Leerlingen worden achter een boek gezet en de leraar doet iets anders. Op mijn stageschool werd ik op de vingers getikt toen ik zelf ook een kinderboek las tijdens het leeskwartier. Dat is toch het hele idee? Niet, zo bleek. Ook op de vraag waarom boeken als Kapitein Onderbroek of Dagboek van een muts in de kasten stonden, kwam geen goed antwoord. Vaak was het antwoord iets in de trant van dat het nou eenmaal was aangekocht. Ik zag weinig visie. En dat in combinatie met de ‘doemvergaderingen’ maakte wel dat ik ervan schrok.” 

Ik zag weinig visie

Doemvergaderingen?
“De vergaderingen waarin iedereen zegt dat het niet goed gaat met het lezen en de resultaten dalen.”

Jij zegt in je boek: het leesniveau daalt en dat ligt aan ons. Leraren, ouders en beleidsmakers kijken te weinig naar hun eigen rol en leggen de lat te laag.
“Onderwijspersoneel wijst snel naar anderen. Het ligt aan het cognitieve vermogen, de schermpjes of aan ouders. Ouders wijzen weer naar de school. De oplossing wordt gezocht in initiatieven, bijvoorbeeld de Voorleesexpres. Mijn punt is: begin bij de basis, kijk eerst wat er gebeurt in je klas. We leggen de lat echt te laag en zelfs die lat halen we niet. Leerlingen worden er echt niet slechter van als je ze uitdaagt. Alle leerlingen halen plezier uit het lezen van boeken, het vergt alleen meer begeleiding en een transitiefase waarin leerlingen de oren van je hoofd zeuren dat het moeilijk is. Ik zeg dan: het is fijn dat je zoveel moeilijke woorden tegenkomt. Hier is het woordenboek of vraag het aan mij.”

We leggen de lat echt te laag en zelfs die lage lat halen we niet

Je gooide het over een andere boeg. Wat deed je precies?
“Keur eerst het boekenaanbod op school. Geen ‘populaire’ boeken van youtube’ers en boeken met weinig woorden, veel plaatjes of onderbroekenlol. Je hoeft geen neerlandicus te zijn om die selectie te maken. Heel snel zie je verschillen in zinsstructuren, rijkere taal of het aantal woorden per bladzijde. Populaire boeken zoals Het leven van een loser of Kapitein Onderbroek zijn niet te vergelijken met werken van Tonke Dragt of Astrid Lindgren. 
Verleng ook de leestijd. Mijn groep 8 leest elke ochtend een half uur. Op veel scholen is er een ‘leeskwartier’. Alleen onderzoek laat zien dat het leesniveau pas verhoogt als leerlingen elke dag minimaal 15 minuten onafgebroken lezen. Een leeskwartier is dus te kort, want iedereen weet: dan komt er nog een leerling binnen, ze moeten boeken pakken, dan gaan ze beginnen als het kwartier alweer bijna is afgelopen en lezen ze misschien 5 minuten een paar bladzijden. Dat is helemaal niet effectief.”

Waarom doen zoveel scholen dan een leeskwartier?
“Het is meer schoolcultuur. Mensen doen het omdat het verwacht wordt, maar zo’n kwartier staat nergens in de regels. Ik verlengde de leestijd schoolbreed, dus ook bij de kleuters lezen mijn collega’s nu 30 minuten voor. Dat kan dus gewoon. Net als het afschaffen van het vak begrijpend lezen.” 

Je ambitie is om de eerste ‘begrijpend lezen-vrije school’ te zijn.
“Ja, dat vak is toch een jeugdtrauma van velen? Op onze school zijn we er -op mijn aandringen- zo goed als mee gestopt. Je speelt er tijd mee vrij, dus het past binnen het rooster. Die tijd steek je in het lezen van boeken en taal. Zelf lees ik mijn groep 8 nog steeds voor op het einde van de dag. Dat vinden de meeste leerlingen fijn en denk dan ook als een GTST-maker en stop bij een cliffhanger. Het is nu het moment om toe te geven dat we er naast zaten met ons leesbeleid, het niveau neemt alleen maar af.”

We zaten ernaast met ons leesbeleid, het niveau neemt alleen maar af

Dat is toch best ‘eng’ om een vak af te schaffen?
“Het lijkt radicaal, maar er zijn genoeg checkmomenten. Mijn klas maakt gewoon de reguliere toetsen van IEP om te zien of het goed gaat met leesvaardigheid. Die laten zien dat het meer dan prima gaat. Ik heb ze niet uit het reguliere schoolsysteem getrokken. Het is niet dat ik maar wat aan het ‘aanklooien’ ben, ik heb mij op wetenschappelijke wijze ingelezen. Daarnaast is het ook gewoon moedig zijn. Leraren moeten hun autonomie pakken. Mocht het niet goed gaan dan zie je het snel genoeg.” 

Het is niet dat ik maar wat aan het aanklooien ben

Had je geen enkele weerstand in het team of van je schoolleider?
“Nee. Alleen ik werk wel op een school waar ideeën om het onderwijs te verbeteren, worden omarmd. Mijn plan legde ik op een studiedag uit en mijn schoolleider gaf ‘carte blanche’, ook toen ik met die vuilniszak de school doortrok. Daar is bij mij op school de cultuur naar, het is een veilige omgeving, ook als je op je plaat gaat. Ik had een grote mond, maar er wel veel vertrouwen in en het is uiteindelijk waargemaakt. Dat laten de toetsen en de hogere leesniveaus duidelijk zien.”

Wat is het meest moeilijk van de aanpak?
“Collega’s die mijn boek lazen zeggen vaak: is het zo simpel? Ja! Het zijn geen complexe handelingen. Het meest moeilijk is dat je echt moet weten wat er in de boekenkast staat -dat moet een divers aanbod zijn- en het moet kunnen matchen met leerlingen. Zij voelen zich daardoor gezien. Ken je boeken en de leerlingen. In het begin van het jaar is dat even zoeken, maar dan laat je ze iets kiezen uit jouw voorselectie. Ik koop bij de Kringloop allerlei boeken voor op school. Die betaal ik zelf en dat is mijn bijdrage aan de maatschappij.” 

Wat hoop je dat jouw boek doet? 
“Ik hoop dat het een hoopvol pleidooi is om aan de gang te gaan. Als we niks doen, lopen we het risico dat straks een derde van de Nederlanders laaggeletterd is. Er zijn veel redenen te bedenken waarom dat niet goed is: het is heel duur. Lezen is één van de weinige succesvolle manieren om empathie aan te leren, laaggeletterden zijn meer vatbaar voor polarisatie en radicalisering. Geletterdheid is belangrijk voor grote maatschappelijke vraagstukken. En ik hoop dat er meer vertrouwen komt in de leraren. Ga ervan uit dat het goed is tot dat het tegendeel is bewezen.”

Een lui letterland 

Anne Steenhoff, Een lui letterland, Das Mag Uitgevers, € 22,50